Skip to content
Ga terug

Klare wijn schenken: tips en tricks voor het kiezen van wijn bij een gerecht

Eten en wijn: ze horen bij elkaar als kop en schotel. Bij een diner drinken we graag een goed glas wijn. Er zijn oneindig veel verschillende wijnen en dat maakt het soms lastig om een passende wijn bij een gerecht te kiezen. Want hoe weet je eigenlijk precies welke wijn bij welk gerecht past? Uiteraard gaat het hier ook om een kwestie van smaak. Toch zijn er bepaalde wijnen en gerechten die goed met elkaar te combineren zijn en elkaar versterken qua smaak. Daarom vertellen we u in dit artikel over de verschillende wijnsoorten en welke wijn bij welk gerecht past. Santé!

Verschillende wijnen

Het verschil tussen rode en witte wijn, rosé en champagne hoeven we je vast niet uit te leggen. Maar binnen deze wijnsoorten zijn er ook nog een aantal verschillende varianten. Wijnen worden onderverdeeld aan de hand van hun smaakprofiel. Elk smaakprofiel past dan ook weer bij verschillende typen gerechten. Voordat we overgaan tot welke wijn bij welk gerecht past, gaan we daarom eerst wat dieper in op de verschillende smaakprofielen. En, ook handig, als je weet welk smaakprofiel je aanspreekt, hoef je de volgende keer niet meer zo lang te zoeken naar een wijn die je lekker vindt!

Rode wijn

Rode wijn is over het algemeen een droge wijn, die gemaakt wordt van blauwe druiven. De kleurstoffen in de schil van de druiven geven de wijn zijn kleur mee, maar deze kleur wordt ook mede bepaald door de leeftijd van de wijn. Een jonge rode wijn is vaak wat meer paarsig, een oudere wijn kan een meer bruinige kleur krijgen. Ook de streek waar de druiven groeien is bepalend voor de kleur van de wijn. Rode wijn is over het algemeen een wijn die meer wordt gedronken in de winter, omdat deze wat zwaarder is dan een witte wijn of een rosé.

Fruitige rode wijn

Een fruitige rode wijn is de lichtste rode wijn. Deze heeft een soepele structuur en subtiele smaak. Geuren zoals tijm en rozemarijn ruik je vaak bij deze wijn. Bekende druivensoorten die gebruikt worden voor deze wijnen zijn bijvoorbeeld Merlot en Pinot Noir.

Rijpe, soepele rode wijn

Deze rode wijnen hebben een zachte en krachtige smaak. Deze wijn heeft een dieprode kleur en wordt gekenmerkt door kruidige geuren zoals hout en vanille, maar vaak ook geuren van bramen. Bekende druivensoorten in deze categorie zijn Tempranillo, Cabernet en Shiraz.

Volle rode wijn

Een volle rode wijn is wat zwaarder, complex en krachtig. Deze wijnen hebben een intense smaak en vaak een breed scala aan geuren van fruit, kruiden en specerijen. Een voorbeeld van een druivensoort die gebruikt wordt voor een volle rode wijn is Brunello.

Witte wijn

Een witte wijn wordt eigenlijk het hele jaar door gedronken. In de zomer is een wit wijntje lekker verfrissend maar in de winter past een witte wijn ook perfect bij een diner.

Licht, fris en strak

Deze frisse, droge witte wijnen hebben een heldere kleur. Vaak zijn dit jonge wijnen met frisse, fruitige geuren. Deze wijnen zorgen voor een 'strak' mondgevoel. Een voorbeeld van een druivensoort die gebruikt wordt zo'n wijn is Sauvignon Blanc.

Vol en zacht

Deze wijnen zijn wat voller van smaak en ook iets meer gelig van kleur dan de lichte, frisse witte wijnen. Volle witte wijnen zijn ook wat gemakkelijker te drinken. Chardonnay is bijvoorbeeld een typische druivensoort die gebruikt wordt voor een volle witte wijn.

Intens, rijk en complex

Dit type witte wijn is intens en complex van smaak. De kleur kan variëren van lichtgeel tot donkergeel. Een voorbeeld van zo'n wijn is bijvoorbeeld een Chablis.

Zoet

Zoete witte wijnen hebben vaak een wat diepere gele kleur dan droge. Zoete witte wijn heeft vaak een volle, zachte smaak en geuren van vanille en honing zijn kenmerkend voor deze wijn. Een voorbeeld van een zoete witte wijn is Riesling.

Rosé

Rosé is een wijn die voornamelijk in de zomer gedronken wordt. Op een terras in de zon even afkoelen met een heerlijk rosétje: wie doet het niet?! Rosé is lekker fris en verkoelend.

Licht en fris

Een lichte en frisse rosé is droog en lichtroze van kleur. Geuren die bij deze rosé's de boventoon voeren zijn perzik, framboos en een lichte kruidengeur. Een voorbeeld van een droge, frisse rosé is een Grenache.

Kleurrijk, kruidig en fruitig

De kruidige, fruitige rosé is donkerder van kleur dan de droge variant. Deze rosé is ook zoeter. In het algemeen geldt voor rosé: hoe donkerder de rosé, hoe zoeter de smaak. Deze rosé heeft vaak de geur van rood fruit. Een bekende fruitige rosé wordt bijvoorbeeld gemaakt van de Shiraz druiven.

 

Mousserende wijn

Een mousserende wijn is een wijn met koolzuur, of simpelweg 'bubbels'. Mousserende wijnen zijn vaak wit maar er zijn ook mousserende rosé's verkrijgbaar. Ook de smaak van mousserende wijn varieert van droog tot zoet. Lambrusco en Prosecco zijn twee van de bekendste voorbeelden van druivensoorten die gebruikt worden voor mousserende wijnen.

Champagne

De allerbekendste mousserende wijn is champagne. Echter mag alleen de mousserende wijn uit de Franse streek Champagne ook daadwerkelijk deze naam dragen. We zien voornamelijk witte champagne, maar ook hiervan is een rosé variant. De bekendste champagnesoorten zijn brut en demi-sec: droog en halfdroog. Er zijn ook zoetere champagnes verkrijgbaar.

Wijnetiquette

Welke wijn je bij welk gerecht serveert wanneer je een etentje geeft, is natuurlijk deels afhankelijk van je smaak of die van je gasten. Maar wijn en spijs worden niet voor niets vaak in één adem genoemd. In de juiste combinatie kunnen deze twee elkaar namelijk versterken. Om een passende wijn bij een gerecht te kiezen is er een aantal algemene regels waarmee je rekening kunt houden. Houd je deze richtlijnen aan, dan zit je in principe altijd goed.

Wijn en spijs mogen elkaar niet overheersen

De wijn en het eten moeten elkaars smaken versterken. Dat kan alleen als ze in harmonie zijn. Een zware wijn gaat niet goed samen met een licht gerecht, en andersom. Bij een licht gerecht past een lichte wijn, bij een zwaar gerecht een zware wijn.

De volgorde van wijn

Als je meerdere gangen serveert en daarbij ook verschillende wijnen wilt serveren, is het goed om een bepaalde volgorde in de wijn aan te houden. Zo voorkom je dat voorgaande wijnen elkaar overheersen. Over het algemeen zijn dit de richtlijnen voor de volgorde van wijnen bij een diner met meerdere gangen:

  • Een eenvoudige wijn komt voor een complexere wijn
  • Een jonge, lichte wijn komt voor een oudere, zwaardere wijn
  • Droge wijn komt voor zoete wijn
  • Witte wijn komt voor rode wijn

Smaak bij smaak

Een wijn en gerecht met dezelfde smaak combineren het best samen. Dat wil dus zeggen dat bij een zoet gerecht het beste een zoete wijn past, bij een kruidig gerecht een kruidige wijn en bij een vetter gerecht een vettere wijn, enzovoorts.

  • Bij een zoet gerecht past dus het beste een zoete wijn
  • Bij een zuur gerecht - bijvoorbeeld een salade met azijndressing - past een droge wijn met frisse zuren
  • Bittere gerechten combineren goed met een bittere of juist fruitige wijn
  • Een zout gerecht gaat goed samen met een droge wijn met frisse zuren of een mousserende wijn

Welke wijn bij welk gerecht?

De regel 'vis met wit en vlees met rood' heb je vast weleens gehoord. En deze regel gaat over het algemeen ook op. Een goed geheugensteuntje is dat wijn en eten van dezelfde kleur vaak goed met elkaar combineert.

Dat wil dus zeggen dat bijvoorbeeld kip wél met witte wijn gecombineerd kan worden. En een vis in tomatensaus kan op zijn beurt prima samengaan met een rode wijn.

Daarnaast wordt ook vaak gezegd 'if it grows together, it goes together'. Hiermee wordt bedoeld dat wijn en spijs uit dezelfde streek goed gecombineerd kunnen worden. En in veel gevallen klopt dit ook. Zo past een glaasje Italiaanse Chanti perfect bij een pizza. Een Malbec, uit de Zuid-Franse Cahors, past daarentegen perfect bij de stoofpotten uit die regio.

Kleuren van gerechten en de afkomst van producten zijn dus beiden hulpmiddelen om te bepalen of een wijn goed samengaat met een gerecht. Om je te helpen om bij het volgende meergangendiner dat je voor vrienden organiseert de perfecte bijpassende wijnen te schenken, zullen we nog een aantal voorbeelden geven van welke wijn bij welk gerecht past.

Wijn en vlees

Om wijn en vlees te combineren is het slim om naar de kleur van het vlees te kijken, zoals we al vertelden. Serveer je een biefstuk? Dan past een Merlot daar vaak goed bij. Ook bij ander rundvlees, lam of wild passen rode wijnen. Varkensvlees en kip gaan daarentegen goed samen met een witte wijn zoals een Chardonnay. Dit vlees is immers wit van kleur - dus past daar een witte wijn bij. Maar bij een gebraden kip kun je ook heel goed een Pinot Noir inschenken.

Wijn en vis

Bij de meeste witvis kun je lekker een witte wijn drinken. Maar bijvoorbeeld zalm en tonijn gaan ook goed samen met een Merlot of een Pinot Noir.

Wijn en kaas

Wijn en kaas zijn een haast perfecte combinatie. Er zijn verschillende combinaties die goed werken bij wijn en kaas, dus je kunt hier haast nooit de plank misslaan. Toch zijn er wel bepaalde combinaties die elkaar mooi versterken. Zo gaan brie en camembert goed samen met een fruitige rode wijn zoals een Merlot.

Aperitieven

Bij een aperitief wordt vaak een mousserende wijn of champagne geschonken. Deze wijn is licht om mee te beginnen en zo kun je gedurende het diner de overgang maken naar wat zwaardere wijnen.

Desserts

Bij desserts wordt over het algemeen een dessertwijn geschonken. Vaak is dit een zoete witte wijn. De combineert goed met bijvoorbeeld een dessert van chocolade. Hopelijk heb je dankzij dit artikel een wat duidelijker beeld van welke wijn bij welk gerecht past. Een wijn en een gerecht kunnen elkaars smaken versterken. Maar het allerbelangrijkste is natuurlijk dat je bij je diner een wijn drinkt die je lekker vindt!